vrijdag 9 november 2012


DE "GESCHIEDENIS VAN LOMMEL" DOOR P.N. PANKEN (11)


IX. ANDERE MERKWAARDIGHEDEN


Gedenkwaardigheden en Curiosieteiten in oude tijden voorgevallen, vindt de lezer elders genoegzaam in 't werk verspreid.

Nabij de grens van de heide te Bergeik ligt eene bevloeiing aan den heer David te Brussel toebehoord hebbende. Zij is 200 hectaren groot en is op 6 ha. na, geheel op Belgisch of Lummels grondgebied gelegen. Het water wordt uit het Kempisch kanaal getrokken.
Het terrein is in velden verdeeld, ongeveer 250m. lang en 52m. breed. Midden door elk veld loopt een hoofdsloot. De velden zijn door wallen gescheiden, waarop eene beplanting met lang hout en met populieren is aangebracht.

Gegidste bezoeken aan de Wateringen trekken altijd veel volk (foto Internetgazet)



Op het grondgebied van Lommel bevinden zich duinen en heuvelen. Aan de zuidoostzijde liggen eenige wallen of hoogten, die "Gelderschen Horst" genoemd worden en door de Gelderschen zullen opgeworpen zijn.

Niet ver van het hiervoren gezegde gehucht De Stevensvennen ligt eene plaats Wesel geheeten, die reeds ten tijde van het heidendom een gehucht op zichzelve, zonder afhankelijkheid van eenige gemeente of eenig dorp afhing (Bijdragen van Molle, door Welvaerts,1891, blz. 74). Het behoort nu onder Moll, vroeger onder Balen en wordt nog Balen‑Wesel genoemd en geschreven. Hoewel deze plaats de dorste vlek der Kempen is, vindt men noord‑oostwaarts de Stevensvennen, eene overschoone tabaksplantage, onder Lommel, waar in 1890 bladeren van lm. 15cm. gegroeid zijn (De Kempenaar van 4 Oct.1890).

 

Pas na het overlijden van Panken (1904) opende een zinkbedrijf haar deuren vlakbij het gehucht Stevensvennen




Vele streken onder de gemeente Lommel bevatten tot eene belangrijke diepte, een bijzonder fijn zand, hierom zilverzand genoemd, dat in de spiegelfabrieken van gansch Europa gebruikt wordt en zelfs naar Amerika uitgeleverd. Lang bezigde men het vooral tot het reinigen van koperen en andere stoffen. Sedert eenige jaren wordt het, meer dan vroeger, in aanzienlijke hoeveelheden vervoerd. In 1875 werden onderscheidene zandputten geopend. In de nabijheid van het oude gehucht Kattenbosch liggen vele heuvelen of bergen van wit fijn zand, dat reeds grootendeels tot genoemde einde is vervoerd. Men houdt eene zandmijn te dier plaats bestaande voor de grootste der gemeente en er is een ijzeren spoor van daar tot het Kempisch kanaal aangelegd, dat ongeveer een uur lengte bedraagt. Ook treft men niet ver van den "Blauwen Kei" eene beduidende zandmijn aan. Door deze exploitatie en andere voordeelen welke tegenwoordig de inwoners te Lommel, meer dan vroeger genieten verkeeren zij in een gunstigen toestand en ook de gemeentekas is thans, zoo als men verzekert in het financieele zoo voordeelig als tot hiertoe nimmer het geval is geweest.


Laadkade van zandgroeve Emsens nabij Blauwe Kei


In 1895 werd eene mestfabriek aan de Groote‑Barrier opgericht. Op de Stevensvennen kwam in 1897 eene landbouwstokerij tot stand. In 1902 is in het dorp eene fanfare opgericht.

Genees‑ en heelmeesters. 1796 P.B. Raijmakers, chirurgijn en vroedmeester.


Fanfare tijdens processie 1914Fanfare Hoop in de Toekomst in 1914









Geen opmerkingen:

Een reactie posten