Het langst burgemeester spelen - een ongebroken rekord !
Nee, het is niet degene waar U aan denkt, maar wel Willem Karel Koeckhofs, die van 1813 tot 1847 burgemeester van Lommel was, en hier dus 34 jaar lang aan het roer stond. Indien ons aller Peter dat rekord wil verbreken, moet hij tot na 2040 aanblijven...
Willem Karel Koeckhofs, afkomstig uit
Achel gaat (voorlopig) de geschiedenis in als degene die het langst
burgemeester van Lommel was. Gedurende meer dan 33 jaar (1813-1847) hield hij
de teugels van het gemeentebeleid strak in handen, en zijn briefwisseling en
foto verraden een vastberaden en koppig iemand. Hij was geboren te Achel op 4
november 1777 als zoon van Jan‑Michiel Koeckhofs (uitbater van de
postkoetshalte) en Maria Borghouts. In 1796 schreef hij zich als student
filosofie in aan de Leuvense Universiteit. Of hij zijn studie voortzette na de
sluiting van die universiteit door de Fransen in het volgende jaar, is niet
geweten. Te Lommel werd hij voor het eerst vermeld in 1802, en wel als zaakgelastigde
van de vooraanstaande Lommelse familie Teuwens. Kwade (?) tongen beweren dat
hij zich in die periode verrijkte door de smokkel van kant. Of hij dan ook al
effectief in Lommel woonde, is minder duidelijk. In ieder geval huwde Koeckhofs
op 19 juli 1810 te Lommel met Bartha Cornelia Teuwens, een niet onbemiddelde
handelaarsdochter, die sedert maart van dat jaar samen met haar zus eigenares
was geworden van het rijkste huis aan het Lommelse Dorpsplein, dat van Jan De
Jongh, de laatste dorpssekretaris uit het “Ancien Régime”.
Tekenend voor de ambities die Koeckhofs
koesterde, was zijn weigering in november 1811 om het mandaat van
"adjoint" (schepen) op te nemen. Twee jaar later (10 november 1813)
volgde hetgeen waarop hij blijkbaar gewacht had: de aanstelling tot “maire”
(burgemeester). Deze titel zou hij behouden, doorheen het Franse, Hollandse en
Belgische regime, tot hij in 1847 ontslag nam.
Koeckhofs was
koopman-winkelier aan het Dorpsplein. In 1832 werd hem nog een handelsreispas
afgeleverd met de vermeldingen : "koopman, geboortig van Achel, wonend te
Lommel, gaande naar de Belgische grenzen, 55 jaar oud, gestalte 1 el, 6 palmen,
6 duim (=1,66m), bruin haar, laag voorhoofd, bruine wenkbrauwen, grijze ogen,
normale neus, mond gemiddeld, bruine baard, geen snor, bruine favoris
(bakkebaarden), ronde kin, ovaal gezicht, gekleurde huidstint, gewone
korpulentie, geen bijzondere kenteken”.
Vanaf 1832 tot
aan zijn dood in 1863 moet hij beschouwd worden als een ware "bank van
lening" : in 1832 alleen kwamen 9 Lommelse gezinnen bij hem in het krijt,
de laatste leenakte dateert van 6 juni 1863, een 6-tal weken voor zijn
overlijden. Tussen 1832 en 1863 waren er 94 Lommelse gezinnen die van hem geld
ontleenden voor het niet onaardige totale bedrag van 77.827,28 fr. !
Een “pilarenbijter” was hij zeker niet.
In de kerkrekeningen uit de jaren 1822-1828 staat hij wel vermeld als degene
die altaarbrood, wijn enz. aan de kerk verkocht. Maar bij de pachters van
kerkstoelen treft men hem -in tegenstelling tot bvb. notaris Van Breugel,
geneesheer Bovy en de weduwe Aerts- niet aan, en in de jaren 1836-1837 kwam hij
zwaar in aanvaring met bisschop Den Dubbelden in ‘s-Hertogenbosch (over de
aanstelling van een nieuwe pastoor in Lommel)
en met kapelaan Van Kollenburg in Lommel (over diens aantijgingen
omtrent Koeckhofs’ levenswandel).
In zijn vrije tijd proefde Koeckhofs de
geneugten van de jacht, en met het oog op deze sport pachtte hij in 1812-1813
een gedeelte van de gemeentelijke gronden.
Koeckhofs overleed als kinderloze
weduwnaar "na eene langdurige ziekte" te Lommel op 19 juli 1863, op
85-jarige leeftijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten