Lommelse kolonel als held van de slag bij Waterloo (1814) !? (1)
In een vijftal schijfjes serveren wij U het verhaal van deze Lommelse ijzervreter, die misschien toch wel een straatnaam in Lommel verdient.
In het Nederlandse kwartaalblad "Mars et Historia" (2012/1, p. 4-18), verscheen ons artikel onder de titel Van vaandrig tot kolonel, vriend en vijand van Frankrijk. Wijbrand Adriaan de Jongh (1776-1821).
De tekst die wij U via deze blog als een vervolgverhaal serveren, is daar weliswaar maar een samenvatting van.
Wijbrand Adriaan de Jongh (1776-1821)
- Voorbestemd
om militair in hart en nieren te worden?
De
familie De Jongh is afkomstig van het
westelijk van ’s-Hertogenbosch gelegen Waalwijk. Vanaf het einde van de 17de
eeuw was ze stevig in de Kempen ingeplant, maar was ze ook present in
Nederlandse kolonies of nederzettingen: Brazilië, Nieuw Amsterdam (New York) en
Oost-Indië (het huidige Indonesië). Vooral vanaf de 18de eeuw telde
de familie heel wat officieren in het Hollandse leger. Volgens de familiale
overlevering waren de De Jonghs ook erg verbonden met het huis van
Oranje-Nassau. Stamvader Jan de Jongh (ca.1585- ca. 1663) woonde in Waalwijk.
Door de West-Indische Maatschappij werd de Landvoogdij van Brazilië opgedragen
aan Graaf Joan Maurits van Nassau. Deze scheepte in oktober 1636 met Jan de Jongh en 3000 man of knechten naar Brazilië in, en kwam er in januari 1637
toe. Jan de Jongh werkte aldaar in verschillende
expedities in 1637, 1638 en 1639 in belangrijke mate mee. Omstreeks 1644 keerde
hij terug. Zijn zoon
Jan de Jongh (ca. 1620-ca.1690)
woonde in de periode 1653-1663 in New-York, dat toen nog Nieuw-Amsterdam
heette. Deze had een zoon Jan (1660-1742) die secretaris in Valkenswaard zou
worden, en uiteindelijk Stadhouder van het kwartier Kempenland. Ook deze
laatste had een zoon Jan (1686-1758), die drossaard werd te Valkenswaard. Diens
zoon Jacob (°1727) werd legerofficier, terwijl een andere zoon, Jan Willem Daniel
de Jongh (1714-1799), stadhouder van Kempenland,
en later drossaard in Valkenswaard werd.
Deze Jan Willem Daniel de
Jongh
was van 1757 tot 1772 tevens secretaris van Lommel (als opvolger van zijn
schoonvader), maar hij oefende die functie niet effectief uit; hij liet zich
vervangen, eerst door notaris Adrianus van Velsen (1757-1768) en daarna door
zijn zoon Jan De Jongh (1768-1772). Deze laatste werd de effectieve opvolger
van zijn vader als secretaris van Lommel (1772-1808); vanaf 1781 tot 1808 was
hij daarenboven notaris te Lommel. Toen Lommel in 1808 echter van Holland naar
Frankrijk overging, verloor hij zowel zijn secretarisambt als dat van notaris,
hetgeen bij zijn zonen een hewige wrok jegens de Fransen en een gehechtheid aan
het huis van Oranje teweeg zou hebben gebracht. In 1810 vetrok hij terug naar
Valkenswaard en vandaar in 1813 naar Budel, waar hij in juni 1815 overleed. Hij
was vader van tien kinderen (geboren te Lommel tussen 1769 en 1787) waaronder Wijbrand
Adriaan, de hoofdpersoon van deze bijdrage, maar ook Jan Willem Daniël (°1769), secretaris van Valkenswaard (1794-1811) en daarna
Vrederechter te Helmond; en Nicolaas
Gijsbert (° 1773), artillerie-officier, eerst in Nederlandse en later (tot 1813)
in Pruissische dienst. Deze laatste huwde te Dortmund (1804) met Maria Sophia Nies,
en twee zonen (Johan en Wilhelm) werden officier in Nederlandse dienst.
Wijbrand Adriaan De Jongh
werd te Lommel (thans België) geboren op 16 december 1776 als zoon van de
protestantse dorpssecretaris Jan De Jongh en Elisabeth Maria Laats (een Budelse
domineedochter). De Lommelse dominee Hendrik
Van Nimwegen noteerde enkele dagen later: “Den
22 december is alhier gedoopt een Soon, waarvan vader is Joh: de Jongh
Secretaris alhier en Moeder E: M: Laats deszelfs Huisvrouw, en is genaamt
Wijbrand Adrianus, als Doopgetuige stond de Vader selfs”. De ouders van
Wijbrand bewoonden het rijkste huis aan het Lommelse dorpsplein. In 1788 werd
het familiepatrimonium beschreven: wapens, een telescoop, verrekijkers, een
“chambre obscure”, een kristallen “cachet”, juwelen van goud... Het is onbekend of Wijbrand aan de lokale
dorpsschool bij Peter Booms (onderwijzer in de jaren 1787-1791) hoge ogen
gooide. Wij vermoeden dat hij liever met zijn drie jaar oudere broer Nicolaas
Gijsbert “soldaatje” speelde. De beide broers zullen misschien wel straffe
verhalen te horen gekregen hebben van hun oom Arnoldus Caillou uit Budel, die
legerofficier was. Hoe het ook zij,
Wijbrand Adriaan De Jongh was pas 14 jaar oud toen hij op 25 maart 1790 Kadet
werd bij het Infanterie Regiment No.1 “de Schepper" in Leeuwarden.
Daarna is hij gedurende een
kwarteeuw aanwezig op de meeste van de Europese grote slagvelden. Maar tussen
al dat wapengekletter vond De Jongh blijkbaar toch nog wat tijd voor een
familiaal leven. Hij huwde in januari 1808
in Deventer met Anna Geertruida Noot, dochter van Generaal Majoor
Hendrik Noot, Lid van het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht. Uit dit huwelijk werden
één zoon en vijf dochters geboren. De eerste drie kinderen werden resp. geboren
in (de garnizoenplaatsen?) Doesburg, Groningen en Kampen tussen 1808 en 1815;
de laatste drie werden te Ieper geboren tussen 1817 en 1821.
De Jongh omstreeks 1819
Geen opmerkingen:
Een reactie posten