Lommelse kolonel als held van de slag bij Waterloo (1814) !? (6)
Wijbrand-Adriaan De Jongh
6.
In
rustiger vaarwater: garnizoencommandant
te Ieper (1816-1821)
Nu Napoleon definitief
uitgeschakeld was, brak na meer dan 20 jaar oorlog eindelijk een periode van
rust en vrede aan in Europa. Samen met het Hollandse leger keerde De Jongh naar
de Nederlanden terug in januari 1816. Zijn 16de Afdeling werd in
Ieper (destijds geschreven als Yperen)
gekazerneerd. Vanaf 27 juli 1820 werd de graad van 2de Kolonel
afgeschaft en werd de Jongh Kolonel. In Ieper, waar hij woonde aan de
Sint-Jacobstraat 45, werd hij een bekend figuur; in 1880 werd over hem en zijn 16de
Afdeling het volgende geschreven door Jacobus Catharinus Cornelis den
Beer Poortugael (1832-1913), zoon van Diederik Jacob den
Beer Poortugael (1800-1879), die in 1820 te Ieper tot tweede
luitenant was bevorderd en aan wiens moeder (Anna Clarissa Maria
Wassenbergh) De Jongh in dat jaar een brief had geschreven: ...."
De Kolonel de Jongh - militair op-end-op - had voor Waterloo de 3de klasse van
de Militaire Willemsorde ontvangen;…. Vooral bij deze Afdeeling heerschte in
hooge mate de militaire 'chic' van dien tijd, en hoe dikwerf mijn vader later
het uitrukken van de Afdeeling beschreef….. Voorop de reusachtige
tamboer-majoor met zijn traditioneelen stok en de 'Bijlenmannen' met hunne,
echte of valsche, lange baarden; vervolgens een uitgelezen korps muziekanten,
waarvan de dragers der met afhangende paardenstaarten versierde halve manen en
bellen, alsmede de bekkenslagers Mooren waren, die in hun fantastisch costuum
van witte met rood afgezette wollen stof, waarop hunne zwarte tronies sterk
afstaken, door voortdurende grillige bewegingen met hunne glinsterende koperen
instrumenten, elken zonnestraal schenen te willen opvangen en
weerkaatsen. Dan kwam de Kolonel op zijn prachtigen Andalusiër uitmuntend
bereden, een Chef, die met zijn Ridderkruis op de borst, dat ieder wist hoe
welverdiend het was, achting en vertrouwen afdwong, voorts het Jagerbataljon,
omstreeks 800 man sterk, allen vrijwilligers, waarvan verscheidene evenals met
een deel van 't Kader het geval was, onder den grooten Keizer op verschillende
slagvelden van Europa hadden gestreden….; eindelijk de bataljons der militie en
achteraan de marketentsters, waarvan één, door een ieder 'la mère' genoemd,
bekend was voor hare bijzondere zorgen voor 'ses enfants' tijdens den
Russischen veldtocht, dien ze op haar Kozakkenpaardje mede had bijgewoond. …..
Omgang en gesprekken konden niet nalaten hun invloed te doen gelden, te meer
daar het de begeerte van den Kolonel de Jongh was, dat de Kadets niet de
kazerne, maar kamers in de stad bewoonden, dat zij buiten dienst
officiers-uniform - natuurlijk zonder het distinctief - droegen, aan de
officierstafel dineerden, lid van de Societeit waren en de bals, assemblées en
recepties bijwoonden. De 'tenue' voor die partijen was steeds in rok, korte wit
cachemieren pantalon met gouden gespen, zijden kousen en fantaisiedegen…..
"
Luitenant-Kolonel De Jongh hield
in Ieper niet alleen mooie parades, maar zorgde ook voor een degelijk
onderkomen voor zijn troepen. In 1817-1818 werd een nieuw kruitmagazijn gebouwd
en in de jaren 1820-1822 werd een zogeheten bomvrije infanteriekazerne gebouwd.
Het grote gebouw, berekend op 2.000 manschappen, telde 82 kamers en 8 keukens;
thans is er de Federale politie gehuisvest. De Jongh zou helaas niet
lang van zijn status van garnizoen-commandant kunnen genieten. Amper 44 jaar
oud, stierf hij te Ieper op 18 mei 1821, in hetzelfde jaar waarin niet alleen
de uit Brussel afkomstige generaal Dumonceau (waaronder De Jongh gediend had)
zou overlijden, maar ook…Napoleon. De officieren van zijn Afdeling plaatsten op
zijn graf een herdenkingssteen met volgende (Franstalige) tekst:
Devant ce Mausolée, arrête-toi, lecteur!
En ces lieux git De Jongh, le modèle des braves.
Jeune
encor, sous Nassau ,
sur le champ de l'honneur.
On
le vit s'illuster dans les rangs des Bataves.
Non,
jamais ne mourra sa gloire, sa valeur.
Généreux
citoyen, tendre époux et bon pére.
Héla!
La mort eût dû respecter sa carriére!.
Helaas is het graf
niet bewaard. De Ieperse stadsdiensten ruimden het op in 1976.
Uniformen van de Nationale Militie: Kapitein (links) & Luit-Kolonel (rechts)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten