maandag 22 oktober 2012


Lommelse kolonel als held van de slag bij Waterloo (1814) !? (6)

Wijbrand-Adriaan De Jongh


6.      In rustiger vaarwater:  garnizoencommandant te Ieper (1816-1821)
Nu Napoleon definitief uitgeschakeld was, brak na meer dan 20 jaar oorlog eindelijk een periode van rust en vrede aan in Europa. Samen met het Hollandse leger keerde De Jongh naar de Nederlanden terug in januari 1816. Zijn 16de Afdeling werd in Ieper (destijds geschreven als Yperen) gekazerneerd. Vanaf 27 juli 1820 werd de graad van 2de Kolonel afgeschaft en werd de Jongh Kolonel. In Ieper, waar hij woonde aan de Sint-Jacobstraat 45, werd hij een bekend figuur;  in 1880 werd over hem en zijn 16de Afdeling het volgende geschreven door Jacobus Catharinus Cornelis den Beer Poortugael (1832-1913), zoon van Diederik Jacob den Beer Poortugael (1800-1879), die in 1820 te Ieper tot tweede luitenant was bevorderd en aan wiens moeder (Anna Clarissa Maria Wassenbergh) De Jongh in dat jaar een brief had geschreven: ...." De Kolonel de Jongh - militair op-end-op - had voor Waterloo de 3de klasse van de Militaire Willemsorde ontvangen;…. Vooral bij deze Afdeeling heerschte in hooge mate de militaire 'chic' van dien tijd, en hoe dikwerf mijn vader later het uitrukken van de Afdeeling beschreef….. Voorop de reusachtige tamboer-majoor met zijn traditioneelen stok en de 'Bijlenmannen' met hunne, echte of valsche, lange baarden; vervolgens een uitgelezen korps muziekanten, waarvan de dragers der met afhangende paardenstaarten versierde halve manen en bellen, alsmede de bekkenslagers Mooren waren, die in hun fantastisch costuum van witte met rood afgezette wollen stof, waarop hunne zwarte tronies sterk afstaken, door voortdurende grillige bewegingen met hunne glinsterende koperen instrumenten, elken zonnestraal schenen te willen opvangen en weerkaatsen. Dan kwam de Kolonel op zijn prachtigen Andalusiër uitmuntend bereden, een Chef, die met zijn Ridderkruis op de borst, dat ieder wist hoe welverdiend het was, achting en vertrouwen afdwong, voorts het Jagerbataljon, omstreeks 800 man sterk, allen vrijwilligers, waarvan verscheidene evenals met een deel van 't Kader het geval was, onder den grooten Keizer op verschillende slagvelden van Europa hadden gestreden….; eindelijk de bataljons der militie en achteraan de marketentsters, waarvan één, door een ieder 'la mère' genoemd, bekend was voor hare bijzondere zorgen voor 'ses enfants' tijdens den Russischen veldtocht, dien ze op haar Kozakkenpaardje mede had bijgewoond. ….. Omgang en gesprekken konden niet nalaten hun invloed te doen gelden, te meer daar het de begeerte van den Kolonel de Jongh was, dat de Kadets niet de kazerne, maar kamers in de stad bewoonden, dat zij buiten dienst officiers-uniform - natuurlijk zonder het distinctief - droegen, aan de officierstafel dineerden, lid van de Societeit waren en de bals, assemblées en recepties bijwoonden. De 'tenue' voor die partijen was steeds in rok, korte wit cachemieren pantalon met gouden gespen, zijden kousen en fantaisiedegen….. "  

Luitenant-Kolonel De Jongh hield in Ieper niet alleen mooie parades, maar zorgde ook voor een degelijk onderkomen voor zijn troepen. In 1817-1818 werd een nieuw kruitmagazijn gebouwd en in de jaren 1820-1822 werd een zogeheten bomvrije infanteriekazerne gebouwd. Het grote gebouw, berekend op 2.000 manschappen, telde 82 kamers en 8 keukens; thans is er de Federale politie gehuisvest. De Jongh zou helaas niet lang van zijn status van garnizoen-commandant kunnen genieten. Amper 44 jaar oud, stierf hij te Ieper op 18 mei 1821, in hetzelfde jaar waarin niet alleen de uit Brussel afkomstige generaal Dumonceau (waaronder De Jongh gediend had) zou overlijden, maar ook…Napoleon. De officieren van zijn Afdeling plaatsten op zijn graf een herdenkingssteen met volgende (Franstalige) tekst:
Devant ce Mausolée, arrête-toi, lecteur!
En ces lieux git De Jongh, le modèle des braves.
Jeune encor, sous Nassau, sur le champ de l'honneur.
On le vit s'illuster dans les rangs des Bataves.
Non, jamais ne mourra sa gloire, sa valeur.
Généreux citoyen, tendre époux et bon pére.
Héla! La mort eût dû respecter sa carriére!.
Helaas is het graf niet bewaard. De Ieperse stadsdiensten ruimden het op in 1976. 

Uniformen van de Nationale Militie: Kapitein (links) & Luit-Kolonel (rechts)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten