Bange septemberdagen 1944 (10)
Dag 2 van
Operation Market Garden: Maandag, 18 september
Op maandag
18
september 1944 werd Eindhoven door de 101e US
luchtlandingsdivisie veroverd.
Het Britse landleger maakte in de middag met deze divisie contact. Er werd
direct doorgestoten naar Son,
waar begonnen werd met het bouwen van een Baileybrug.
Ondertussen hadden het 2e en 3e bataljon van het 501e Parachute Infantry
(Geronimo) Regiment, die geland waren op De Dubbelen,
tussen Eerde en Veghel deze plaatsen versterkt met het oog op
een op handen zijnde Duits tegenaanval. Die begon op 18 september, toen Duitse
troepen via het Duitse Lijntje vanuit Schijndel de aanval op Veghel openden. Ondertussen werden de
Amerikanen in Eerde vanuit
de ten zuidoosten van het dorp gelegen zandduinen door Duitse troepen bestookt.
De 82e
Luchtlandingsdivisie probeerde ondertussen met man en macht de Waalbrug bij Nijmegen te veroveren, maar alle pogingen
werden afgeslagen. Rondom Groesbeek werden zware Duitse aanvallen vanuit
het Reichswald tot staan gebracht. Daarnaast werd
rondom Niftrik zwaar gevochten om de spoor- en
verkeersbrug over de Maas in handen te krijgen. In en rondom Arnhem werd ook
zwaar gevochten. De troepen bij de noordelijke oprit onder leiding van
Luitenant-Kolonel John
Dutton Frost sloegen aanval
na aanval af. Op de Ginkelse
Heide landde de 4th Parachute Brigadeonder
Brigadegeneraal John Hackett midden in een veldslag. De rest van de
divisie probeerde de mannen bij de brug te bereiken
Britten in Bergeijk en Valkenswaard: foto’s maar ook een film
Op de site www.andrewils.nl
vonden we onderstaande foto’s (genomen op de ochtend van 18 september 1944) met
commentaar :
Hieronder: De Markt van Valkenswaard op de ochtend van 18
september. De klok van de Nicolaaskerk wijst 10.30 uur. Britse troepen, vooral
behorend tot de Guards-pantserdiv.sie, overstromen het dorp. 'Snow White', de
Sherman-tank links, is van de staf van de Guards-tankbrigade: Rechts, uit de
richting België, komt een kolonne pantserwagens en halftracks van het Household
Cavalry-verkenningsregiment het dorp binnen rijden. De bren-carrier in het
midden is van het bataljon Dorsets van de 50e (Northumbrian) divisie. Dit
bataljon is aangewezen om Valkenswaard te verdedigen zodat de Guards de opmars
naar Eindhoven kunnen voortzetten
|
Als U surft naar http://www.geschiedenis24.nl/speler.program.7027229.html
, ziet U na een drietal minuten beelden van:
03.39 Scheef
gezakt plaatsnaambord, waarop in zwarte letters... Bergeijk Provincie N-Brabant
(zie noot 2 in dossier) 03.42 Stoet in zwarte toog geklede paters, voorop een
vlaggendrager met de Nederlandse vlag, staat opgesteld langs de kant van de weg
voor een winkel. Pater rechts van de stoet dirigeert het zingen. 03.48
Patrouille zwaarbewapende Brits infanterie loopt tussen rijen vrolijke inwoners
door en schudden overal de handen. 04.14 Britse commandcar,met grote witte
invasiester op de motorkap en op het dak ravitaillering meevoerend, rijdt stapvoets
door de menigte. 04.24 Op het balkon boven de ingang van het gemeentehuis
hebben 2 jongens een gipsbuste van Koningin Wilhelmina op de ballustrade gezet.
04.28 Jeep baant zich een weg door de rijen inwoners. 04.33 Colonne Britse
infanterie , in ganzepas achter elkaar, loopt het dorp uit, nog steeds overal
handen schuddend met de bevolking. 04.46 De infanteristen lopen over een
slingerende weg die door de boossen voert. In de berm ligt een wit lint om aan
te duiden dat de bodem tot daar vrij is van landmijnen. 04.53 De soldaten
steken een door de genie geslagen pontonbrug over. De brug ligt op een canvas
aanvalsboten met buiskap en het brugdek bestaat uit houten planken waarover
vier langsliggers bevestigd zijn. Het is de Dommel bij Valkenswaard. Een jeep
van de andere kant komt de brug oprijden. 05.04 De infanterie loopt verder over
het zandpad langs een vernielde brugoprit. 05.13 Duits verbodsbord aan de
ingang van Valkenswaard (zie noot 3 in dossier). 05.17 Duits plaatsnaambord met
daarop "VALKENSWAARD prov. N-BRABANT. 05.21 Scoutcars, gepantserde
verkenningswagens, van de Irish guards rijden in snel tempo door Valkenswaard,
gevolgd door Sherman en Stuart-tanks, trucks en Humber-pantserwagens.
Tussendoor motorrijders.
Oponthoud in Valkenswaard - vertrek Household Cavalry
Van dezelfde site www.andrewils.nl:
In Valkenswaard hadden die morgen de vlaggen uitgehangen. Alles en iedereen was met oranje getooid: oranje bloemen, linten, papieren mutsen, men zag zelfs fris oranje-geschilderde klompen. Voor het eerst in jaren waren de burgers 's ochtends wakker geworden in een bevrijd dorp, ze waren vrij! Het Tweede Leger trok massaal hun gemeente binnen en de Tommies werden luid toegejuicht. Maar toch hadden de Valkenswaardse mensen zich de intocht altijd anders voorgesteld. De doden, de gewonden, de vernielingen van gisteren drukten zwaar op het gemoed van de bevolking. Brand had veel schade aangericht. De sigarenfabrieken van Texas, Botycos, Gyrath en Willem II stonden nog na te smeulen van het vuur dat de hele nacht had gewoed en iedereen kon zien dat de voornaamste industrie in het dorp voor lange tijd plat lag. Ook veel huizen en winkels waren beschadigd. De fotozaak van Rotier op de Aalsterweg lag in puin. 'Wegens omstandigheden heden
gesloten', stond er op het bordje dat voor de ruïne stond. Fotomateriaal was al tijdens de bezetting zeer schaars en zelfs voor vakmensen moeilijk aan te komen, en nu was het helemaal nergens meer te koop.
De Valkenswaardse burgers konden hun eigen bevrijding niet eens op de gevoelige plaat vastleggen.
Maar gelukkig zorgden de bevrijders daar zelf wel voor. In de overwinningscampagne van 1944 werden alle legers op de voet gevolgd door een publiciteitsleger van persmensen in uniform: fotografen, filmers, radioreporters en journalisten. De Britse Leger Film- en Fotodienst (AFPU) had haar mensen altijd bij de legeronderdelen zelf geaccrediteerd en AFPU-fotograaf sergeant Midgely maakte de eerste foto's van de Guardspantserdivisie in Valkenswaard. Maar andere persmensen voegden zich, zodra zij toestemming kregen, eveneens bij de voorste troepen. De hele persploeg bij het 30e korps arriveerde maandagmorgen in Valkenswaard.
Er waren drie radioreporters bij: Chester Wilmot en Frank Gillard van de BBC en Robert Kiek van
Radio Oranje. Vanuit het gemeentehuis maakten zij een reportage, die steeds werd onderbroken door het gezang en gejuich van de opdringende menigte. Wilmot liet een jonge Nederlander voor zijn microfoon vertellen over de bevrijding: 'Gisteravond, toen de Tommies bij het dorp kwamen', zei de jongeman in zijn beste Engels, 'zaten we verscholen in de kelder van het Raadhuis. Buiten klonk wat geweervuur en we konden de tanks op straat horen donderen. Toen vloog de deur plotseling open. We zagen twee mannen die riepen 'Hands Up!: Wij schreeuwden 'Hoera, hoera, Tommies, kom hier!' Wij konden het niet geloven. Na al deze jaren waren zij eindelijk gekomen'. Zijn woorden werden ter plekke opgenomen op een grammofoonplaat en de volgende dag uitgezonden door de BBC. De krantenjongens waren intussen bij burgers en militairen op zoek naar een goed verhaal. Al gauw hoorden zij van de illegale telefoonverbinding, die die nacht had bestaan tussen Valkenswaard en Eindhoven, en deze anecdote haalde de voorpagina van de Daily Herald van de volgende dag. Verhalen over dappere verzetsdaden vierden verder de boventoon. Zoals Wilmot zich herinnerde: 'dit was een grensdorp en de bewoners hadden een groot aandeel gehad bij het doen ontsnappen van Geallieerde piloten en bijna elke jongeman liet foto's zien van vliegers die hij over de grens had geholpen. Eén droeg een trots souvenir om zijn hals: een zijden landkaart van Noordwesteuropa, die hij had gekregen van een RAF-piloot die hij had gered'.
Het is geen wonder dat de Britse journalisten zoveel verzetsmensen tegenkwamen, want het Gemeentehuis, waarin zij zaten, was sinds een paar uur het hoofdkwartier van het Valkenswaardse verzet. Die morgen om 08.00 uur waren de leden verzameld buiten de St.-Aloysiusschool aan de Dommelseweg. Opperwachtmeester der Marechaussee Visschers, van de Ordedienst, had de mannen toegesproken en gezegd dat nu de bezetter was verdreven sabotageacties en dergelijke van de baan waren. PAN en OD behoorden nu tot de 'Binnenlandse Strijdkrachten' onder prins Bernhard en tot de nieuwe taken behoorden hulp aan de Engelsen, patrouille- en bewakingsdiensten en het handhaven van orde en rust. De ca. 50 Partizanen hadden hun blauwe uniformen uitgereikt gekregen en waren aan het werk gegaan. Voor het gemeentehuis ontvouwden zich dezelfde taferelen als later op die dag in Eindhoven: collaborateurs werden binnengebracht en een groeiende menigte joelde en floot. De arrestanten werden geregistreerd en daarna opgesloten bij de Duitse krijgsgevangenen onder de muziekkiosk, of er bovenop publiekelijk te kijk gezet. Hun huizen en huisraad werden direct toegewezen aan door het oorlogsgeweld dakloos geworden gezinnen. Het was allemaal niet zo fijngevoelig en Jan Brom, plaatselijk leider van de PAN (= verzet), en opperwachtmeester Visschers konden nauwelijks voorkomen dat ook hier Moffenmeiden werden kaalgeschoren. De Engelse bevrijders bekeken deze uitbarstingen van vergelding en opgekropte woede tamelijk onbewogen en afstandelijk. Dit was, vonden zij, een zaak van de Nederlanders zelf en daar kwam bij dat ze zulke toestanden - en vaak nog veel erger - in Frankrijk en België al zo vaak hadden meegemaakt. Bovendien hadden de militairen wel wat anders aan hun hoofd: de Guards-divisie moest verder, naar Eindhoven, naar Arnhem. Toen in de vroege morgen een bataljon Dorsets van de 50e divisie, als een soort tijdelijk garnizoen, de verdediging van Valkenswaard kwam overnemen, had het er eindelijk op geleken dat de Guards wat meer haast met hun acties wilden maken.
De vorige dag, bij de uitbraak en de opmars door de Malpie, had men maar één weg gebruikt, de enige, maar nu hoopte men een aantal nieuwe wegen te kunnen vinden. De hoofdopmarslijn (of 'club route' naar het klaver-teken waarmee het 30e korps die lijn markeerde) bleef pal noord, over Aalst naar Eindhoven, maar misschien konden er westelijk en oostelijk daarvan extra wegen worden geopend. Vandaar dat de verkenningswagens en pantserauto's van de Household Cavalry vooruit zouden gaan. Het B-eskadron van majoor Wignall zou de 'club route' verkennen en het C-eskadron van majoor Herbert zou haar voelhorens uitsteken in de richting van Leende en Geldrop (de 'heart route'). Pas daarachter zouden de tanks volgen, de Irish Guards achter Wignall's eskadron, de Welsh Guards achter Herbert's. De mannen van de Household Cavalry hadden de nacht in de open lucht doorgebracht, naast hun voertuigen die in dubbele rijen stonden geparkeerd op de Luikerweg. De nacht was koud geweest en het had geregend. Toen ze wakker werden was alles nog gehuld in een dikke mist. De mannen klommen in hun bemodderde Daimlers en Humbers en reden naar de spits van de wachtende kolonnes. Daar kregen ze bevel te wachten tot het zicht beter werd. Het liep tegen 05.00 uur. Om 05.30 uur vertrok de Household Cavalry uit Valkenswaard.
De ruim twintig voertuigen van majoor Wignall's eskadron gingen in groepjes van vier ('troops') richting Aalst. In iedere wagen zaten twee man, de chauffeur en de commandant (pantserwagens hadden bovendien een schutter aan boord), en elke wagen was uitgerust met een boordradio. Helemaal voorop reed de troop van luitenant D. Tabor, die waarschijnlijk al was vertrokken toen de twee PAN-verkenners in Valkenswaard opdoken. Behoedzaam speurden Tabor's mannen de weg voor hen af. De ochtendnevel beperkte het zicht tot minder dan 500 meter. Plotseling, ter hoogte van de villa Van Abbe, ontdekte korporaal Sparrow, in de voorste wagen, de vijand: twee Sturmgeschutze en een tank stonden verdekt geparkeerd in een zijweg, zonder twijfel dezelfde tanks die de PAN-verkenners hadden gezien. De bemanningen zaten er rustig bovenop en met zijn Bren-mitrailleur joeg Sparrow ze de stuipen op het lijf. In een oogwenk waren ze verdwenen.
Over de radio vroegen Sparrow en Tabor om versterking. Maar voordat die arriveerde, werden zware dieselmotoren gestart en verdwenen de drie tanks richting Aalst. Als taaie terriërs, maar op een veilige afstand, gingen de Daimlers er achteraan. Intussen was het eskadron van majoor Herbert, dat de weg naar Leende moest vrijmaken, al vastgelopen. Al na een paar kilometer was het bij Valkhorst op vastberaden tegenstand gestoten, vermoedelijk afkomstig van delen van Kerutt's bataljon en enkele Sturmgeschutze van majoor Roestel. De verdedigers hadden ook artillerie beschikbaar, want vanachter Leende gaven de uit Borkel ontsnapte SS-houwitzers hen vuursteun.
De Hotlsehold Cavalry kwam er niet door. Een Daimler werd door een pantservuist getroffen, de bemanning zwaar gewond. Een omtrekkende beweging over rechts mislukte omdat de verkenningswagen bij Zeelberg door een houten bruggetje over de Tongelreep zakte. De Welsh Guards kwamen te hulp, maar de vooruitgang bleef miniem. Een nieuwe route als alternatief voor de Aalsterweg konden de Britten hier wel vergeten. Net buiten Aalst was de troop van luitenant Tabor inmiddels weer tot stilstand gekomen. Naarmate men dichter bij Eindhoven kwam werd ook hier het Duitse verzet heftiger. Aan weerszijden van de weg zwierf Duitse infanterie door de bossen en zandverstuivingen, want telkens als de Engelse kolonnes stopten werden ze door sluipschutters beschoten. En een van de drie eerder weggejaagde pantsers stond nu uitdagend midden
op het kruispunt Valkenswaardseweg-Wilhelminastraat.
Tegen de avond hadden de Britten Eindhoven bevrijd
Als U surft naar www.britishpathe.com/record.php?id=12879,
zie je aan het einde van het filmpje hoe er die avond in Eindhoven gevierd werd
!
Op andere plaatsen ging het er wat rustiger aan toe. Deze foto is genomen in
Aalst bij Eindhoven: een nederlander geeft een sigaar aan een bevrijder.Nationaal Archief (Den Haag), Beeldbank, Bestanddeelnummer: 255-9193)
De verslaggeving door de Irish Guards
07.00hrs
The Bns were ready to move behind HOUSEHOLD CAVALRY Sqn, but were delayed until 10.00hrs by the report of one JAGD PANTHER and 2 Self Propelled guns covering the road to AALST. We rang up the Station Master there and he confirmed their presence by the church.
10.00hrs
The leading Sqn (No. 2) pushed on and saw a Self-Propelled gun just S of AALST which L/Sjt COWAN immediately knocked out. N of AALST however the HOUSEHOLD CAVALRY REGT were held up by 4 88s covering the main road bridge over RIVER BOMMEL and reconnaissance and infantry holding houses on a side road to the left of the main road.
A map found on the knocked out Self-Propelled Gun confirmed these positions, and heavy artillery fire was brought down on them. The crews, however, showed more spirit than their comrades of yesterday and manned their guns, firing at any tank that edged too far forward. Near the guns Spandau teams behind a concrete wall kept off the infantry.
12.00hrs
No. 1 Coy and No. 1 Sqn were ordered to try a circling movement on the left to get in behind the enemy defences and seize the bridge on the side road.
The afternoon was passed in the reconnaissance and in No. 2 Sqn exchanging shots with the 88s.
17.00hrs
The Divisional and Brigade Commanders visited Bn HQ to find out the situation and give further orders. The AMERICAN AIRBORNE TROOPS were now in control of most of EINDHOVEN and the GRENADIER GUARDS who had tried to loop well to our left, had been unable to get on owing to the dykes and bad bridges.
We discovered that the telephone system was still working and though we could not get anyone in EINDHOVEN, Major J.S.O. HASLEWOOD had a long conversation with an AMERICAN MAJOR at ZON who informed us that the bridge was blown but the approaches easy for rebuilding.
17.30hrs
A prisoner was captured by No. 1 Sqn from the 88 Battery who said his friends had been ordered to withdraw and had done so gladly a short while before. He himself had been left behind in the general scramble. The Divisional Commander, therefore, ordered us to advance and we met no further opposition. The 88s were found deserted and pitted with shrapnel.
18.00hrs
We entered EINDHOVEN cheered by the Dutch and Americans alke. A very satisfactory reception.
By 20.00hrs we were harboured by the side of the main road at ZON with two Troops out in support of the bridgehead guards. Orders were received from Brigade to continue the advance next morning, but in reserved behind the GRENADIER GUARDS.
Enkele films, bewaard in het Imperial War Museum te Londen
In dit museum worden twee films bewaard die op 18 september 1944 gedraaid warden door Army Film and Photographic Unit (Production company) :
-53rd
(Welsh) Division establishes a bridgehead over the Meuse-Escaut Canal on the
left flank of 30th Corps jumping off point for Operation "Market".
-Reinforcements
move into 158th Brigade's bridgehead across the Meuse-Escaut Canal at Lommel.
Het zou daarbij wel eens kunnen gaan over hetgeen door
David Bennet verhaald wordt in zijn in 2011 uitegeven boek MAGNIFICENT
DISASTER: The Failure of Market Garden, The Arnhem Operation, September 1944
:
“To
the left of the Irish Guards a little known event took place. After the start
of the Guards assault, other formations began quietly to cross the canal at
Lommel. Their aim was to establish a bridgehead and second start-line for the
groundtroops in Operation Market Garden. There was no artillery support so the
Germans would not be alerted to a majour waterborne assault.”
De auteur dateert deze tweede oversteekplaats van
het kanaal echter op 17 september.
Onderstaande foto uit het Imperial War Museum
illustreert die tweede kanaal-oversteekplaats:
Universal carrier of the 1st East
Lancashire Regiment, 53rd Division, being pulled across the Meuse-Escaut
(Maas-Schelde) canal on a raft, near Lommel, 19 September 1944. (foto nr. B 10103)
Aan de overkant van het kanaal zijn er echter nog
Fallschirmjäger van het regiment von der Heydte. Het zijn waarschijnlijk
soldaten uit die eenheid die op 18 september sneuvelen bij Brug 13, tussen Brug
11 en 12, aan de Gestelsedijk (bij Jan Emmers), in de Elzen (weide van Cochet)
en bij de Mortels, maar ook op de Kolonie (massagraf): Paul Adams (°1922), Kurt
Beer (°1919), Walter Böcker (°1912), Karl-Heinz Könitzer (°1914), Hubert
Kösters (°1920), Erich Lübcke, Heinz Luhn (°1925), Horst Mayer, Reimar Meyer
(°1921), Karl Siebeck (°1923), Wolfgang Tempelmann (°1925), Hans-Dietrich
Wolatz (°1925). Drie van hen zijn amper 19 jaar oud… Op de Kleine Barrier wordt een achterblijver
neergeschoten: Heinz Strobel (°1904), 40 jaar oud en daarmee een grote
uitzondering op vlak van leeftijd.
Uittreksel uit het KRIEGSTAGEBUCH LXXXVIII ARMEE KORPS:
02.35 Uhr:
Anruf
Oberstleutnant Schuster Ia 85 I.D. Rgt. Heydte meldet: Übersetzversuch mit starken Kräften auf
breiter Front zwischen zerstörter Brücke Lommel – Luistgeestel und Brücke 1500
m ostwärts. Gleichzeitig Angriff auf Brückenkopf westlich davon. Stellung mit
vorhandenen schwachen Kräften nur noch kurze Zeit zu halten. Gefahr eines
Durchbruches nach Postel und linker Flanke davon. Rgt. erbittet Befehle.
04.15 Uhr:
Anruf des Chef
des Stabes des Fach. A.O.K. 1, Oberst Reinhard: Nach Rücksprache mit dem Chef
des Stabes der Heeresgruppe, Generalleutnant Krebs, ist kein Zweifel darüber,
dass der Feind durchgebrochen ist.
Irgendwelche Rückwärtsbewegungen können eine
Änderung der Lage nicht herbeiführen, deshalb muss unter allen Umständen
gehalten werden. Es werden zugeführt und dem Generalkommando unterstellt
werden: Auf dem linken Flügel die 711 I.D. und die 59 I.D. Die 59 I.D. um Boxtel –Tilburg, die 711 I.D.
wahrscheinlich in Raum Eindhoven und südwestlich. Generalkommando hat sich
darauf einzustellen, dass ihr diese Teile unterstellt werden. Es kommt jetzt
darauf an, dass der Durchbruch möglichst eng abgeriegelt wird, dazu evtl. Halten der Linie Leugstgestel –
Bergeijk.
Rgt. v. d.
Heydte wird den Generalkommando unterstellt, weil es keine Verbindung mehr zur
Div. Walther hat.
04.30 Uhr:
Chef des Stabes
teilt dem Ia der Kampfgruppe Chill ( 85 I.D.) mit, dass Rgt. v. d. Heydte
unterstellt sei, da die Verbindung des
Rgt. mit der Div. Walther abgerissen ist. Div. Walther wird südlich von
Eindhoven eine neue Abwehrfront
aufbauen. Es kommt darauf an, dass die Durchbruchsöffnung aus dem
Brückenkopf so eng wie möglich gehalten wird und dass das Rgt. v. d.
Heydte seine Stellungen so lange wie
möglich hält; wenn es nicht mehr halten kann, ausweichen auf Linie Leugstgestel
– Bergeijk, und das Kampfgruppe Chill so viel wie möglich ihre Kräfte auf dem
linken Flügel führt. Feld – Ers. Btl. 1719 um Rovels wird der Kampfgruppe Chill
unterstellt. Gleichzeitig meldet Oberstleutnant Schuster, dass Flakkampftrupps
an die Brücken des Turnhout – Antwerpen – Kanals gestellt werden.
08.25 Uhr:
Meldet der Ia
der Kampfgruppe Chill, Oberstleutnant Schuster, dass das Rgt. von der Heydte in
seinem Brückenkopf von Süden und Norden
durchbrochen worden ist und von feindlichen Panzern aufgerollt sei. Oberst von
der Heydte hat Befehl gegeben, dass sich das Rgt. zurückzieht auf den Kanal,
der von Ruestdorp nach Bladel führt, linker Flügel in Bladel.
Kampfgruppe
Chill ( 85 I.D.) führt das Feld –Ers. -Btl. 1719 nach Bladel und unterstellt
Feld –Ers. -Btl. 1719 und die Pi-Gruppe Dieringer dem Oberst von der Heydte.
13.18 Uhr:
Anruf Lt. Wöll,
18 Flak – Brigade: Flak – Kampfgruppe Köppel meldet: Feind im Norden von
Eindhoven eingedrungen Strassenkämpfe. Einheit weiter nicht mehr zu erreichen,
heranführen von Infanterie – Verstärkung ausgeschlossen. Pak – Abt. Grunewald
erbittet durch Armee weiteren Befehl .............. ( Telefongespräch
abgerissen )
15.00 Uhr:
Anruf Obltn.
Wagner, 719 I.D. 14.15 Uhr etwa 300
Lastensegler in ostw. Richtung an Kanal entlang fliegend gesichtet.
Lastensegler fliegen in Verbände zu 50 Maschinen.
15.00 Uhr:
Anruf Obltn. Höller, 85 I.D. 14.35 Uhr eine Maschine nach NO aus fliegenden
Verbänden gebrannt und 20 Fallschirmjäger abgesprungen in Gegend la Colonie. Bisher etwa 200 Maschinen
DB 7 Richtung Eindhoven. 20 km ostw. Rethy ( Gegend la Colonie ) sollen aus
allen überfliegenden Verbänden Fallschirmjäger abgesprungen sein. In gleicher
Richtung wie bisher 100 Lastensegler im Anflug.
20.00 Uhr:
Tagesmeldung: (
Durchgegeben 20.35 Uhr )
a.) a.) Mitternacht überlegener Feindangriff mit
starker Art.- und Fliegerunterstützung
aus Raum nördl. Lommel und Brückenkopf la Colonie nach Norden. Durchbruch bei
Fsch. Jg. –Rgt. 6 in Richtung Eindhoven, Rgt. mit linkem Flügel auf Bladel in
den frühen Morgenstunden abgesetzt. Aufbau neuer H.K.L. von Brücke nordwestlich
Lommel bis Hapert, mit Fsch. Jg.
Btl. Stephan und Fsch. Jg. –Rgt. 6 abgeschlössen. Von Hapert ( ausschl. ) bis
Brücke südostwärts Best Aufbau der H.K.L. durch Kampfgruppe Zuber mit Feld-Ers.
–Btl. 1719 und III/Gren. –Rgt. 743, 1 Bttr. und Pak noch im Gange. Abschluss nicht vor 19. 9. mittags.
Im Laufe des
Tages Vorstoss feindlicher Panzer auf Walkenswaard über Walre – Meerveldhoven
in Richtung Son, Teile drangen von Norden in Eindhoven ein. Angriff der
Kampfgruppe Rink gegen in Son’scher Heide gelandete Fallschirmjäger blieb nach
Anfangserfolgen infolge überlegener Feindabwehr liegen. Feind trat zum
Gegenangriff an und hat Bahnlinie bei Best erreicht. Fsch. Jg. –Btl. Ewald von
Norden im Angriff gegen fdl. Fallschirmjäger im Raume St. Oedenrode. 59
I.D. in Zuführung nach Boxtel, hat Auftrag, miteingetroffenen Teilen sofort
gegen Feind im Raum Son’sche Heide zum Angriff anzutreten.Gegen 16.00 Uhr
erneut Ein- und Ausflüge starker Transportfliegerverbände mit Lastenseglern
über dem Befehlsbereich.
Een andere Duitstalige commentaar:
Am 18.September
mußte das I./FschJg.Rgt 18 seine Stellungen gegen überlegene Panzerkräfte
aufgeben. Vorübergehend der FschJg.Division “Erdmann” unterstellt, wich das
Bataillon von Schaft über Hamont, Budel, Soerendonk bis Maarheeze aus. Daran
schloß sich auch vermutlich das an die Fallschirmjäger angelehnte SS-Btl.
Dr.Segler an. Die Briten erreichten Eindhoven gegen 19.00 Uhr am 18.September.
Ebenfalls traf am 18.September 1944 das Generalkommando des LXXXVI.AK unter General der Infanterie Hans von Obstfelder von der 15.Armee bei der 1.Fsch.Armee ein, um die Führung der Div.KGr.Walther, der FschJg.Div.”Erdmann” und der 176.Inf.Division zu übernehmen. Dieses Korps übernahm nun die Operationsführung bei dem aus Richtung Osten von der Panzerbrigade 107 vorgetragenen Angriff über Son Richtung St.Oedenrode.
Ebenfalls traf am 18.September 1944 das Generalkommando des LXXXVI.AK unter General der Infanterie Hans von Obstfelder von der 15.Armee bei der 1.Fsch.Armee ein, um die Führung der Div.KGr.Walther, der FschJg.Div.”Erdmann” und der 176.Inf.Division zu übernehmen. Dieses Korps übernahm nun die Operationsführung bei dem aus Richtung Osten von der Panzerbrigade 107 vorgetragenen Angriff über Son Richtung St.Oedenrode.
Een Engelstalig relaas maar vanuit Duitse optiek:
Uittreksel uit Ian Kershaw’s “It never snows in
september”
LXXXVIII Corps Commander spoke
toGeneral Chill at 08.52 on 18 September andtold
him to grip the errant commander of Fallschirmjäger
Regiment 6, as the log reveals:'The Regiment von der Heydte is to be taken firmly in hand. It was explicitly remarked that Colonel vonder Heydte was
not to be allowed toexercise any initiative when it came to
withdrawing.'
Lieutenant-Colonel von der Heydte, the Commander
of Fallschirmjäger Regiment 6.
But it was already too late.
As this message was being relayed, MajorKerutt
managed to form yet another block-ing position along the southern edge of Aalst.
All that was left were the survivors of the
1st and 3rd Battalions of the Regimenton Hoffmann, a 20mm anti-aircraft
pla-toon, and eleven 75mm anti-tank guns with no tractors. This thin screen was
all that barred the British from Eindhoven some km away. SS-Captain Roestel's remaining Panzerjäger IVs were disposed along theflank of the approach from Leende to Valkenswaard south of Aalst. At 10.20 theKampfgruppe Chill were informed
that armoured columns were in front of the village. Around midday the
enemy bumped the position. Distinctive
crack-and-clunksrang out, as
armour-piercing shells tore into the leading armoured cars and Shermans. Clouds of black smoke belched sky
ward, indicating the limit of the advance. Taking evasive action, following
squadrons of tanks bypassed the blocking position.Kerutt's battalion withdrew,
still fighting,but forced over on to
the eastern side of the corridor.
Once again, because of the lack of tow vehicles, the anti-tank guns and many of
their crews were left behind. The road to Eindhoven was now wideopen. It fell in any case in the late afternoonof 18 September to American airborneforces. By 19.00 the first tanks from the Guards Armoured Division drove on to its cobbled
streets amidst the cheers of waving civilians. In the northern suburbs of
Eindhoven two 88mm guns attempted to block the passage of the 2nd Battalion 506
Parachute Infantry Regiment from 101 Division.Kampfgruppe Koeppel of 18 Flak
Brigade telephoned a running commentary of the last moments of the city's
defence:'Enemy has penetrated into the northof Eindhoven. Street fighting.
Furthercontact with unit not now possible;the insertion of infantry
reinforcements has been ruled out. Anti-tank group "Grunewald"requests further orders from Army . . . [the
telephone message was cut off].'
First Fallschirmjäger Army had
now been split in two.
Von der Heydte re-emerged and established contact with the Kampfgruppe
Chill, attempting to adjustand push his positions westward on his sideof the breakthrough point. Chill took him under
command on 18 September
Geen opmerkingen:
Een reactie posten